Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom
Grüβ Gott in Cham Wilfried De Paepe |
Een partnerstad (of zusterstad) is een plaats, meestal in een ander land, waar een gemeente vriendschappelijke contacten mee onderhoudt. Dit verband wordt jumelage genoemd. Vaak gaan de contacten zo ver dat de partnersteden elkaar over en weer bijstaan. Dit wordt dan een stedenband genoemd. De stedenbanden worden onderhouden door de gemeente zelf en/of een of meer particuliere organisaties binnen deze gemeente. |
|
|
Jeugd |
|
Jozef en Wilfried in matrozentenue in 1945 |
Studies | ||
Wilfried mocht verder studeren. Zijn ouders schreven hem in bij de Broeders Hiëronymieten in Sint-Niklaas. Omdat Wilfried van een erg klein schooltje kwam en bovendien nog een jaar te jong was, oordeelde de broeder, die hem inschreef, dat de economische richting voor hem de juiste was. Dat was wel een foute beslissing, meent Wilfried nu. Ik was sterk in wiskunde en door het feit dat ik geen Wetenschappelijke A gedaan had, durfde ik na de humaniora niet naar de universiteit. In Sint-Niklaas heb ik me eigenlijk nooit echt thuis gevoeld. Het feit dat ik niet in de gewenste klas zat, heeft zeker een rol gespeeld. Maar vooral mijn jonge leeftijd tussen de klasgenoten die tot drie jaar ouder waren, was de hoofdreden. Vele klasgenoten dronken al pinten, gingen al uit, hadden een lief... en ik was omzeggens nog een kind. Sociaal heb ik het wel soms moeilijk gehad die periode. School lopen in Sint-Niklaas betekende iedere morgen de trein nemen van tien voor zeven en omdat ik van mijn pa in de avondstudie moest blijven, was ik ’s avonds pas rond halfacht terug thuis. Pubers en treinen stonden ook toen gelijk met fratsen uithalen, herinnert Wilfried zich. Het memorabelste moment was ongetwijfeld het sneeuwgevecht ‘in’ een treinwagon. Ook de zaterdagmiddag had iets speciaals. Toen kwamen ze naar huis met de soldatentrein en deze reed via Waasmunster naar Grembergen. Van Grembergen was het dan liften om thuis te raken, soms tussen een lading opgelegde haring. |
Jong zijn in de jaren vijftig is niet meer te vergelijken met deze tijd. De levensstandaard in de naoorlogse jaren was nog bedroevend laag. Toch is Wilfried content en is hij er vast van overtuigd dat zijn generatie een mooie tijd heeft meegemaakt. Ik heb als kind één keer de zee gezien, mijmert Wilfried, daguitstap naar Blankenberge met de bus van Spiessens, en ben één keer op reis geweest: met de mutualiteit naar Zwitserland als veertienjarige. Ook als ik achttien was, kwam het niet in me op thuis te vragen of ik op reis mocht. Vele vijftienjarigen gingen aan de slag en werden door de volwassenen dan ook voor vol aanzien. Roken op je vijftiende was de doodnormaalste zaak van de wereld. |
Na de humaniora trok Wilfried naar het regentaat. Hij koos voor wiskunde-economie en wegens te weinig wiskunde-ervaring had hij het niet makkelijk in het begin. Maar hij was op zijn eer getrapt en dat gaf hem een boost om meer te studeren. Nooit had hij een tweede zit of een herexamen. Twee jaar later studeerde hij af en kon hij ‘bij de Broeders’ in 1960 aan de slag als leraar wiskunde. Hij was de eerste oud-leerling die er leraar werd. De school heette toen nog Vrije Katholieke Middelbare School Pius X. De naam Pius X-college is er pas gekomen in 1966 toen er een volledige cyclus was. | ||
De afgestudeerde regenten in 1960. Wilfried vind je op de laatste rij derde van links) |
Wilfried als jonge leerkracht in 1963 |
De oud-leerlingenbond |
In 1959 werd de oud-leerlingenbond gesticht. In 1962 sloot Wilfried aan bij het bestuur van de bond en werd prompt secretaris. Wat er in Zele gebeurde, trof je ook in andere Maristenscholen. De oud-leerlingenbonden van Belgische scholen verenigden zich in een federatie met als doel contacten tussen de scholen te bevorderen, ervaringen uit te wisselen en elkaar uit te nodigen voor activiteiten. Zele had zo contact met collega’s uit Wervik, Ardooie, Gentbrugge, Oudergem, Pittem en ook Hoeselt. Ook in andere landen zag je soortgelijke evolutie: Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland, Engeland, Schotland, Ierland, Griekenland… En op een bepaald moment werden er Europese en zelfs wereldcongressen gehouden. |
In 1973 durfde het bestuur van de Zeelse oud-leerlingenbond het aan om de organisatie van het Europees congres op hun schouders te nemen. Het werd een succes. Bijna tweehonderd congressisten zakten af naar Zele. Er was een afvaardiging uit Duitsland, Frankrijk, Groot-Britannië, Griekenland, Ierland, Italië, Libanon, Liechtenstein, Luxemburg, Nederland, Spanje en België. Van 14 tot en met 19 augustus was het toenmalige Pius X-college een smeltkroes van Europeanen. Een zesdaags programma dat eivol zat met activiteiten allerhande. Naast de twee congresdagen was er ook tijd voor toerisme en cultuur en ook het culinaire werd niet vergeten. En daar begint ons jumelageverhaal... |
Cham |
De Maristen-Realschule uit Cham had twee mensen afgevaardigd naar het congres: voorzitter Karl-Heinz Steinmann en frater Otmar Grehl. Zij vroegen op de laatste dag of onze oud-leerlingenbond zin had in een verbroedering met die van Cham. Daar moest men niet lang over nadenken en in november van dat zelfde jaar trok er al een delegatie van Zele naar het Duitse Cham om te bespreken hoe ze samen die verbroedering vorm konden geven.
Het volgende jaar was het Kolping-Musik Cham al te gast op de Pinksterfeesten (en later ook nog in 76, 79 en 83). En zo groeide de partnerschaft langzaam maar zeker. In augustus ’75 trokken zo maar eventjes 160 Zelenaars naar Duitsland om ‘Singendes Klingendes Cham’ te beleven. De Zeelse Maristenfamilie bestond uit oud-leerlingen, leerkrachten, De Minnezangertjes, Koreo Piko en sympathisanten. Ook burgemeester Avil Geerinck was erbij. De reuzebiertent en de deelname aan de stoet door de Zeelse delegatie waren momenten om nooit te vergeten, vertelt Wilfried. |
||
|
|
Het Kolping Musik uit Cham wordt door het gemeentebestuur ontvangen (1974). |
In 1983 bracht de Zeelse Maristenfamilie een tweede bezoek aan Cham. Koreo Piko en studentenclub Moeder Klodde waren van de partij. Ook Cesar, de reus van Huivelde, was mee en oogstte succes maar ook verbazing in de stoet. De Duitsers waren van mening dat de reus door drie mannen, in elkaars nek, gedragen werd. Dat jaar stelden burgemeester Jozef De Bruyne en schepen Marcel De Waele de vraag naar een officiële verbroedering tussen beide gemeenten. De toenmalige Chamse burgemeester zag dat wel zitten, maar een bestuurswissel in de Chamse Stadsrat heeft er anders over beslist. Dat goede idee is toen in de schuif blijven liggen. |
De Vendeliers van Koreo Piko |
Burgemeester Jozef De Bruyne met zijn collega uit Cham |
Studentenclub Moeder Klodde met reus Cesar |
De contacten met Cham werden nadien verder onderhouden en zelfs uitgebreid door andere Zeelse verenigingen. In 1983 en 1988 nam de turngilde ‘Vlug en Vroom’ deel aan het spel ‘Cham ohne Grenzen’, in 2002 gaven de Minnezangers er een concert maar vooral Koreo Piko heeft echt intens contact gehouden. Sinds 1998 zijn ze regelmatig opgetreden in Cham en dit jaar hebben ze reeds plannen voor de tiende Chamreis. Als tegenprestatie ontving de Koreo dan telkens een bus Chamse leerlingen voor een tegenbezoek aan Vlaanderen. Zonder Koreo Piko zouden de contacten zeker verwaterd zijn en zou er bijvoorbeeld nooit ‘30 jaar Verbroedering’ kunnen gevierd zijn in 2003. |
Ze stelden een klepper van een dossier op dat ze aan beide burgemeesters bezorgden. In Zele werd de vraag gesteld door de oud-leerlingenbond Oud en Nieuw, Koreo Piko, De Minnezangers, het Pius X-instituut, de Pinksterfeesten, turnkring ‘Vlug en Vroom’ en studentenvereniging Moeder Klodde. Zowel in Cham als in Zele kwam het licht op groen. En dus wordt 9 oktober een memorabele dag, Zele krijgt eindelijk een partnerstad. |
Wilfried op stap met Chamse vrienden |
Wilfried aan het woord tijdens een viering van de Maristenschule in Cham |
Even bijtanken na een wandeling in het Beierse woud |
Pensioenitis
|
In 1998 deed Wilfried zijn wiskundeboeken dicht en ging hij met pensioen. In die twaalf jaren is er veel veranderd. Ik heb jaren les gegeven in een school waar we nog geen 180 leerlingen hadden, vertelt Wilfried, nu zijn er, denk ik, alleen al 180 personeelsleden! Door de fusies eerst met de VTS, later met het Instituut Onze-Lieve-Vrouw kwam er een schaalvergroting waardoor de school zoals ze was, waardoor de sfeer van toen grotendeels verdween. Maar de Maristengeest is niet weg. Daarvoor ijvert nog steeds de bloeiende oud-leerlingenbond. Maar ja, mijmert Wilfried, we leven nu eenmaal ook in een andere tijd, met een andere tijdsgeest. Ook al die federaties van oud-leerlingenbonden en die inspirerende congressen zijn weggevallen. In alle scholen hebben leken het overgenomen. We leven duidelijk in een andere eeuw. Toch denk ik met veel liefde terug aan mijn tijd, zegt Wilfried. Wij gingen nooit naar ons werk, we gingen naar school. En de school, dat was onzen tweede thuis. Ook in de vakanties sprongen wij er geregeld binnen voor een babbel, een pintje. Of je het gelooft of niet, je was er nooit alleen! |
In 1996 is Wilfried gestopt als voorzitter van de oud-leerlingenbond. 22 jaar trok hij aan de kar. Uit dank hebben ze hem daarna erevoorzitter gebombardeerd. Dat was een beetje tegen de geest van de Maristen, bekent Wilfried. Het symbool van de Maristen zijn drie viooltjes en die staan voor bescheidenheid, eenvoud en nederigheid. Maar omdat het bestuur bleef aandringen, ben ik dus erevoorzitter. En ik ben fier dat die jonge ploeg de spirit van toen ook in de eenentwintigste eeuw verder blijft uitdragen, zegt Wilfried. |
Hoe hij dan nu zijn dagen vult? Samen met zijn vrouw, Hilde Jacobs, trekt hij er regelmatig op uit en dan zijn er natuurlijk nog de kleinkinderen. Ze hebben drie kinderen: Herbert, Inge en Herman. Die twee laatsten hebben voor zes kleinkinderen gezorgd. Hij en zijn vrouw springen regelmatig in de bres. Niet dagelijks maar als het nodig is. Thuiswachten is op dat vlak het meest vervoegde werkwoord. Een bezigheid waar Wilfried erg van geniet. Ook met de klein mannen er op uit trekken, vindt hij zalig. Je kan niet geloven, glundert hij, hoe wij bij onze kleinkinderen in de bovenste schuif liggen. We hebben nu een zee van tijd en voor hen kunnen we echt tijd maken. Zeker als ze klein zijn, is dat een zalige tijd, voegt hij er aan toe. |
Zijn oudste zoon heeft geen kinderen maar is productief op een ander vlak. Met enige fierheid in zijn stem vertelt Wilfried me dat eind september ‘Mensenvlees’ verschijnt. Mensenvlees is een exotische thriller die Herbert samen met zijn vrouw Els Depuydt schreef. Vijf jaar lang schreven ze eraan! Wie weet is er een Vlaamse Nicci French geboren… |
Bedankt, Wilfried, voor den babbel!
mark
02-10 2010
met dank aan Gert Van Eetvelde voor de beelden
Jumelage in woord en daad...
Vier mensen hebben het 'partnershaft'erg letterlijk genomen...
Max Wagner en Kristine D'hooge leerden elkaar kennen in 1974 in Zele. In 1975 maakte de famile D'hooge deel uit van de groep die naar Cham trok en ze logeerden bij de ouders van Max. Van het ene kwam het ander en op 21 mei 1977 stapten ze in het huwelijksbootje en wonen ze in Cham. |
|
Annemie Berkers en Josef Riess leerden elkaar kennen in 1975 en hadden een dikke 2 jaar verkering. Door omstandigheden is dat toen afgesprongen maar in 2008 vonden ze elkaar terug & in december 2009 gaven ze elkaar het ja-woord. En Josef probeert sindsdien Nederlands te leren. Schwierig, vindt hij dat. |
Dit interview kan je ook afdrukken.
Grüβ Gott in Cham - Wilfried De Paepe
Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.
Reacties en suggesties zijn altijd welkom !